Zowel huidspecialisten als consumenten weten dat het gebruik van zonnefilters essentieel is voor de bescherming van de huid tegen de negatieve gevolgen (huidveroudering) van ultraviolette straling (UV) op de lange termijn. De woorden “photoageing’ en “photocarcinogenises” zijn tegenwoordig algemeen bekend sinds Uv-straling bekend staat als verantwoordelijk voor een groot aantal vormen van huidkanker. Kennis van de exacte processen die zich onder invloed van zonlicht afspelen in de huid is cruciaal bij het op waarde schatten van hoe schadelijk uv-straling werkelijk is. Met de huidige kennis zijn we in staat om veiliger en effectievere zonbeschermingsproducten samen te stellen door het toevoegen van de nieuwste technologieën op dit gebied.
Als het gaat om zonbescherming gaat heb je de keuze uit twee verschillende soorten zonnefilters: fysische of chemische. Maar wat is nu eigenlijk precies het verschil tussen deze twee, en wat zijn de voor- en nadelen van de beide soorten filters? Je leest het in deze blog.
Een chemische zonnefilter absorbeert zonlicht in de huid
De bekendste zonnefilter is de chemische variant. Een chemische zonnefilter is een filter die schadelijke Uv-straling in de huid onschadelijk maakt. Chemische filters hebben namen als avobenzone, octocrylene en octinoxiate. Deze ingrediënten trekken in de huid en doen daar hun werk. Daarom moet je een chemische SPF een kwartier tot een half uur voor je de zon in gaat op de huid aanbrengen, omdat de ingrediënten moeten zijn ingetrokken in de huid voor ze actief zijn.
Voor- en nadelen van een chemische filter
Een voordeel van een chemische filter is dat hij niet zomaar van de huid te spoelen is en hij dus vrij lang werkzaam blijft. Maar dit voordeel heeft ook een keerzijde: omdat de filter in de huid werkt, kan hij voor irritatie zorgen bij mensen met een gevoelige huid. Een chemische SPF is dus niet voor iedereen geschikt, en zeker niet als het om het gezicht gaat. Een ander en groter probleem is het feit dat ingrediënten in chemische filters door hun UV-absorberende eigenschappen voor celstress zorgen en vrije radicalen aanmaken en op die manier huidveroudering veroorzaken.
Een fysische filter weerkaatst het zonlicht op de huid
In tegenstelling tot SPF’s met een chemische filter trekt een fyische zonnefilter (ook wel minerale of weerkaatsende zonnefilter genoemd) niet in de huid, maar legt het een onzichtbaar dun laagje titaniumdioxide op de huid, dat UV-straling weerkaatst. Je kunt een fysische SPF dus zien als een flinterdun laagje van minuscule spiegeltjes die straling tegenhouden nog voordat die je huid bereikt.
Voor- en nadelen van een fysische filter
Het voordeel van een fysische zonnefilter is dat hij direct werkt na het aanbrengen. Als je de zon in wilt, breng je de SPF aan en je bent meteen beschermd. De weerkaatsende deeltjes hoeven immers niet in de huid te trekken, maar blijven gewoon liggen. Als je veel zwemt of als je veel zweet kan dit betekenen dat je zo’n filter wat vaker opnieuw moet aanbrengen om goed beschermd te blijven. Maar het grote voordeel van een fysische filter is dat de kans op huidirritatie veel kleiner is dan bij een chemische filter. En doordat een fysische filter het zonlicht al weerkaatst voor het in de huid terechtkomt, is er geen schade van celstress en aanmaak van vrije radicalen zoals bij een chemische filter. Met een fysische filter ben je optimaal beschermd tegen UV-straling, terwijl het geen vrije radicalen aanmaakt en dus geen huidveroudering veroorzaakt, zoals een chemische filter. Uiteindelijk heeft een fysische filter dus de meeste voordelen van de twee filters.